bron: Ganita Mare 27ste jaargang – nummer 3
Eind 19e eeuw werkte, behoudens de boeren en hun knechten, nagenoeg de gehele bevolking van Gendt, mannen, vrouwen en ook kinderen, in de bak-steenindustrie. De baksteenindustrie draaide in volle glorie, echter alleen vanaf april tot oktober. De meeste arbeiders in de steenfabricage werkten als dagloner, hetgeen wil zeggen dat zolang er gewerkt werd er loon werd betaald. Geen werk, geen geld. In de periode van oktober tot april werd er dus niets verdiend. Armoede heerste er in Gendt en niet alleen in Gendt, ook in omliggende dorpen was de situatie niet veel rooskleuriger. Dr. J. Wolters typeert in zijn boek Gendt aan de Waal die tijd als volgt: ‘Men kan dan (einde 19e eeuw) welhaast van een sociale slavernij spreken van een groot deel van Gendtse bevolking, een slavernij nog verergerd door de verslaafdheid van velen aan de drank, die gemis aan arbeidsvreugde vergoeden moest. Dit was een rechtstreeks gevolg van de ledigheid. In de winterse periode werd veelal het heil gezocht bij de fles. Alcohol maakte ook toen al meer kapot dan je lief was. Landelijk was er in 1875 een volksbond opgericht tegen drankmisbruik. Het motto van deze bond was ‘misbruik van drank een maatschappelijk kwaad’. Doel was het alcoholisme dat zich als gevolg van de erbarmelijke slechte sociale omstandigheden manifesteerde, te bestrijden door opvoeding en ontwikkeling van het volk.
De toenmalige pastoor Th. Huijgens trok zich het lot van zijn schapen erg aan. In Gendt probeerde men de zaak toch op een eigen manier te benaderen en op 1 april 1895 werd voor de duur van 29 jaar en 1 maand R.K. Vereeniging Providentia opgericht. Het doel van de vereniging was ‘De bevordering der stoffelijke en zedelijke belangen van de ingezetenen van Gent’. Ofschoon de vereniging niet was aangesloten bij de Bond van R.K. Werkliedenverenigingen in het Aartsbisdom, was de vereniging van Gendt wel een van de grootste van het land. Om dit doel te bereiken ging Huijgens in onderhandeling met de lokale steenfabrikanten om gezamenlijk te komen tot een voorziening. Pastoor Huijgens stelde als R.K. Kerk de grond ter beschikking en de steenfabrikanten de benodigde stenen. Zo kon er een gebouw ontstaan, een voorziening, op de plaats waar nu de parkeerplaats links naast cultureel Centrum de Leemhof is. Nu nog een naam. Het was een voor-ziening dus de naam van de Nederlandse ‘voorziening’, voorzorg, voorzienigheid, vooruitzien is ontleend aan het Latijnse begrip Providentia.
Het eerste Providentia! Op 30 november 1895 werd Providentia feestelijk ingezegend en in gebruik genomen. De Gelderlander schreef er destijds onder ander het volgende over: Het ruime gebouw heeft beneden eene vestibule met opgang en eene zeer ruime zaal met door ijzeren kolommen geschraagde zoldering. Daar zal voortaan de nijvere hand, die werken wil en het, menschelijkerwijze gesproken, niet kon, werk
vinden als de koude nijpt, de huishouding nog meer kost dan ’s zomers, en de steenfabrieken geen handen noodig hebben. Daar is de zaal der werkverschaffing. En boven, zich uitstrekkende over het geheele gebouw is de ontspanningszaal, des daags haar licht ontvangend van 12 flinke dakvensters.
Providentia bood onderdak aan de juist voor de opening opgerichte harmonie die zich in slechts vier maanden zodanig had bekwaamd dat zij zich dorst te tonen aan het publiek. Er was toneel, zang, dans en humor. En zeer terecht mocht dan ook de Z.Ew. heer pastoor ten slotte opmerken, hoe op dezen avond duidelijk was gebleken dat en hoe men zich kan vermaken, “zonder dat de ziel schade lijdt”. De toneelvereniging en het opgerichte muziekgezelschap kregen de namen Omnia Floreant (Laat alles bloeien.) en Gaudium in sobrietate (Vreugde in nuchterheid.). Naar alle waarschijnlijkheid zullen de Gendtse inwoners op de naamgeving geen invloed gehad hebben en zal die zeker van de pastorie zijn gekomen. Ook werd, en dat was wel het voornaamste doel van de vereniging Providentia, in de winterperiode de Gendtse werkloze in de gelegenheid gesteld om te werken. Zo was er een rietmattenfabriek, waarvan de productie naar de steenfabrieken ging. Werden er fruitkistjes gemaakt was het ten behoeve van de fruitboeren. Maar de vereniging Providentia hield zich in 1896 ook met het lot van de werknemers van de steenfabrieken bezig.
Hun lonen waren laag en er werd veel van ze gevraagd door de steenfabrikanten, terwijl er hoge prijzen werden betaald voor de stenen. Hierin vond het bestuur aanleiding om de werknemers bij elkaar te roepen. Omdat een brief naar de directie met de eisen van de werknemers door de werknemers zelf maar beter niet kon worden ondertekend, werd dit gedaan door het bestuur van de vereniging Providentia. Per kerende post kwam een antwoord van de directies. Zij gaven aan kennis genomen te hebben van de inhoud van de brief, maar achtten het niet op de weg liggen van de vereniging om de lonen in de fabrieken te regelen.
In 1896 werd ook op initiatief van de vurige drankbestrijders pastoor Huijgens en meester Makaaij als uitvloeisel van de R.K. Vereeniging Providentia een Kruisverbond opgericht ter bestrijding van het overmatige drankgebruik. In december van het jaar 1896 had het verbond al 100 leden en werd overwogen om ook een Mariavereniging op te richten voor vrouwen en meisjes met hetzelfde doel. ( …. )
Makaaij en Huijgens kregen brieven met als aanhef: ‘Strijders voor de bevrijding van het volk uit de boeien van het alcoholisme’. In Gendt klopte het sociale hart en er werd de Gentsche Vakvereeniging van Steenfabrieksarbeiders opgericht. Echter van korte duur. Zo verging het ook de in 1904 en 1905 door Hendrik Braam opgerichte R.K. Steenfabriekarbeidersbond ‘Deus Providebit’ ( de Heer zal voorzien) en de Bond van R.C. Steenfabrieksarbeidersvereenigingen. Braam werd door zijn ijveren voor betere arbeidsvoorwaarden in 1906 letterlijk aan de dijk gezet. Pastoor Huijgens maakte duidelijk aan welke kant hij stond;. hij stelde Hendrik Braam aan als opperman bij de bouw van de nieuwe kerk aan de Nijmeegsestraat en na de wijding van de kerk in 1908 werd hij koster.
Braam had wel de basis gelegd van de in 1919 opgerichte landelijke bond van de steenfabrieksarbeiders St Stephanus, waarvan hij ook de grote voortrekker werd en de eerste voorzitter.
Het tweede Providentia In april 1908 werd de nieuwe kerk aan de Nijmeegsestraat in gebruik genomen. In die periode werd er ook een bijzondere school in Gendt opgericht. Men ging schuiven met accommodaties. Er moest een school komen voor meisjes en die werd gevestigd in het gebouw van Providentia aan de Leemstraat (Dorp straat) en de oude kerk op de Markt ging de functionaliteit overnemen van Providentia. Ook hier werd gemusiceerd, toneel gespeeld en ook in de winterperiode gewerkt. Tijdens WO I zijn hier Belgische militairen gehuisvest geweest. De omstandigheden veranderden en de doelstelling van de vereniging Providentia ook. De vereniging hield in 1925 op te bestaan; immers zij was maar voor bepaalde tijd opgericht. De Martinusparochie, eigenaresse van het gebouw, nam het beheer over. Vele avonden van cabaret en toneel zouden nog volgen totdat in 1940 de WOII uitbrak. Gedurende deze periode heeft ook Providentia aan de Markt net zoals de rk. kerk en andere gebouwen het oorlogsgeweld niet kunnen weerstaan.
Het derde Providentia
Na de oorlog was men er snel uit. Providentia had haar doel in de afgelopen 50 jaar al wel bewezen. Het oude gemeentehuis aan de Markt werd verenigingsgebouw Providentia. De functie van gemeentehuis werd onderge-bracht in de ambtswoning van de burgemeester, huidig pand Markt 10. Cafe Het Witte Paard bood na de oorlog onderdak aan de rk kerk. Er werd in Gendt snel nagedacht over de oprichting van een noodkerk. Deze noodkerk kwam te staan aan de Dorpstraat, daar was men het wel over eens. Maar wat te doen met de noodkerk als de vernielde kerk weer was opgebouwd? Daar was een pasklaar antwoord voor. Dat wordt Gendts nieuwe Providentia!
Het vierde Providentia
Zo werd in het huidige gebouw op 11 november 1948, het feest van Martinus, de eerste steen gelegd. In het voorjaar van 1949 werd de noodkerk in gebruik genomen. In 1952 kon de nieuwe rk kerk in gebruik worden genomen en kreeg Providentia haar huidige bestemming. In 1958 werd de façade ervoor geplaatst, een woning voor de familie Leenders. Gé Leenders was koster en werd tevens de beheerder van Providentia. Tevens werd er een kleuterklas en de nieuwe bibliotheek van St. Vincentius in gevestigd en boven twee, middels een schuifwand gedeelde, ruimtes. Hier werden allerlei cursussen en lessen gegeven. Zeker zullen er nog velen zijn die zich de nut en noodzaak herinneren van de cursus voor 18-jarigen.
De EHBO-vereniging was er gevestigd. In de zaal werd toneel gespeeld, concerten gegeven, fancy fairs en ouderavonden gehouden, Kerst bijeenkomsten georganiseerd door NKV en velerlei andere activiteiten, dansavonden georganiseerd en carnaval gevierd. In de jaren zestig hebben zelfs bekende en minder bekende nationale- en internationale artiesten opgetreden waaronder Les Baroques, Golden Earring(s), Cuby and the Blizzards, The Shoes en The Gee Bros, enz. Dit waren prachtige avonden en heel uniek voor de Betuwe. Maar deze avonden hadden af en toe een keerzijde. Dan liep het aardig uit de hand en waren vechtpartij- en het gevolg waar politie en in sommige gevallen zelfs de dokter de handen vol aan hadden. Er waren ook bijzondere gemeenteraadsvergaderingen. De familie Leenders werd opgevolgd door het echtpaar Koos en Zus Schraven, die alleen het beheer van Providentia overnamen. Ook Nico en Diny van den Brink hebben nog enige jaren het beheer gedaan totdat de parochie Providentia aan een biermagnaat verkocht. In die periode hebben Hans en Annie Gerrits de scepter gezwaaid in Providentia.
In 1990 leek het doek te vallen voor Providentia, totdat de zanggroep Semper Cresendo per Grolschum Semper Idem (Altijd uitdijend door Grolsch, altijd hetzelfde) zich het lot aantrok en in november een VOF oprichtte en het pand kocht. Gezamenlijk gingen Theo Braam, Cor Kregting, Cas Kruip, Tino Lippmann, Theo Nissen en Leo Verhoeven aan de slag om Providentia voor de toekomst veilig te stellen. Wie herinnert zich uit die periode de danslessen en -avonden van dansschool Bilderbeek niet. Ook sportschool American Style heeft lange tijd gebruik gemaakt van Providentia. Begin van deze eeuw heeft de groep de markt opgezocht om het pand te verkopen. Hier is echter een stokje voor gestoken en uiteindelijk werd de gemeente Gendt, net voor haar herindeling, eigenaar van het pand. Na de gemeentelijke herindeling werd dus de nieuwe gemeente Lingewaard eigenaar van het pand. Voor Providentia werd naar een beheerder gezocht en Carnavalsgezelschap De Gentenarren was bereid om het beheer gedurende één jaar op zich te nemen. Het werden er uiteindelijk bijna 12! De eigenaar van het gebouw dacht gedurende die periode niet aan onderhoud, maar wel aan verkoop. Er stond een stichting op, waarin de gebruikers vertegenwoordigd zijn, die het gebouw van de gemeente overnam. Door een gezamenlijke inspanning van de Gendtse bevolking, sponsoren en de 3 hoofdgebruikers is Providentia in 2015 voor een bedrag van 1,6 miljoen verbouwd een aangepast aan de eisen van de tijd. Momenteel biedt het huisvesting aan Carnavalsgezelschap De Gentenarren, Harmonie St Caecilia, Schutterij St Sebastianus, Ouderenvereniging Gendt, rk kerk (weer terug op de oude locatie), Stichting Welzijn Lingewaard, de ouderenvereniging en vele andere tijdelijke en/of incidentele gebruikers.
Kortom Providentia heeft in de 125 jaar van haar bestaan vele groepen, verenigingen, personen en instanties onderdak geboden en zal dat in lengte van jaren nog blijven doen. Providentia ontstaan uit de zeer sociaal bewogen pastoor Huijgens en Hendrik Braam is uitgegroeid tot een niet meer weg te denken voorziening voor Gendt en haar wijde omgeving.
Willem Rasing.